De Nederlandse vrouwen zijn niet kansloos tegen Japan
De voetbalsters van Oranje spelen dinsdagavond in Rennes de eerste knock-outwedstrijd van het toernooi, de achtste finale tegen Japan. Een lastige horde, maar Oranje toont de laatste twee jaar juist bravoure als het er echt om gaat.
Bondscoach Sarina Wiegman en middenvelder Daniëlle van de Donk oogden maandag tijdens de goed bezochte persconferentie ontspannen. Als een Japanse journalist een vraagt stelt en Wiegman worstelt met het vertaalapparaatje aan haar oor, kijkt ze met een lach opzij: “Ik zit weer een partij te stoeien met dat ding, zeg.”
Maar het is duidelijk. De Nederlandse voetbalvrouwen spelen dinsdagavond één van de grootste wedstrijden uit hun geschiedenis. Groter dan de gewonnen EK-finale van 2017? “Iedereen kijkt nu mee,” zei Wiegman.
Grote druk
De wedstrijd is er volgens de kenners opnieuw een die zal bepalen wat de toekomst van het vrouwenvoetbal in Nederland wordt. Wordt het een toernooi met een zure nasmaak of gaat en kan Oranje zich écht meten met de wereldtop?
Negen wedstrijden op rij won het Nederlandse vrouwenelftal tijdens grote toernooien. Zes op het EK twee jaar terug en deze maand drie op het WK in Frankrijk. De laatste verloren wedstrijd op een eindronde? Juist, vier jaar geleden, óók in de achtste finale van het WK 2015 in Canada. Van Japan, jawel.
Het wordt dinsdagavond een wedstrijd onder grote druk. Maar laat nu juist dat een kwaliteit zijn van Oranje als je naar de prestaties van de afgelopen twee jaar kijkt. Met het eerder genoemde EK natuurlijk als tastbaarste voorbeeld, al waren de verwachtingen toen minimaal.
Tijdens de kwalificatie voor dit toernooi ging het één keer goed mis: uit bij Noorwegen waardoor directe plaatsing uitgesloten was. Daarna richtte Oranje zich wel weer op in de play-offs tegen eerst Denemarken en daarna Zwitserland. Ook toen ging het er écht om.
Alles is anders
Welke eigenschappen van het team daarvoor zorgen? Volgens Wiegman, die na het ‘echec van Oslo’ de belangrijkste internationals allemaal persoonlijk opzocht in de landen waar ze spelen, is het vooral dit: “Na Noorwegen zag ik direct iets groeien. Zo van: hé, dit gaan we niet laten gebeuren. Wat ik daarna heb gezien, is dat het team voor elkaar wil werken. Dat ze passie en veerkracht tonen.”
Het zal dinsdagavond in het klassieke stadion van Stade Rennes nodig zijn, meer dan nodig. Een gevolg van Oranjefans zal er niet zijn: ‘slechts’ tweeduizend Nederlanders reizen naar Bretagne, op negen uur rijden van Utrecht; fors minder dan tijdens de groepswedstrijden.
Alles zal sowieso anders zijn. Steeds weer krijgt het woordje ‘verwachtingen’ een nieuwe dimensie. Daarom toch nog een keer terug naar precies dezelfde wedstrijd als dinsdagavond, Nederland-Japan, maar dan vier jaar geleden. Niemand verwachtte er toen wat van en na de uitschakeling was er dan ook geen enkele ophef.
Je kunt het je nu amper meer voorstellen. De ene Nederland-Japan is duidelijk de andere niet.
0 Commentaires